Op de voormalige terreinen van het VTI aan de Boeveriestraat realiseert Steenoven een nieuwe stadswijk met flats en woningen voor zo’n 135 gezinnen. Zoals zo vaak in de binnenstad worden deze werken voorafgegaan door archeologisch onderzoek. Sinds begin maart graven de archeologen van Ruben Willaert nv een eerste zone op, achter de bewaarde historische gevelopstand. Het einde van deze eerste fase is voorzien begin april 2023. Tijdens deze archeologische opgraving zijn sporen en structuren gevonden van het Sint-Juliaans Hospitaal.
Sint-Juliaans
Op het einde van de Boeveriestraat stonden van oudsher verschillende opvanghuizen voor passanten en daklozen. De locatie van het passantenhuis in de schaduw van de stadspoort was een logische keuze. In het begin van de 14e eeuw werden de opvanghuizen op initiatief van de stad samengevoegd tot één instelling, Sint-Juliaan, waar men niet enkel terecht kon voor een bed en een warme maaltijd, maar er ook aandacht was voor ziekenzorg.
Gedurende de 14de, 15de en 16de eeuw werd Sint-Juliaan verder uitgebouwd: er kwamen nieuwe vleugels, men plaatste een bijkomende toren op de kapel en op het achtererf verrezen allerlei dienstgebouwen zoals een brouwerij en een rosmolen. Op de kaart van Marcus Gerards uit 1562 is te zien hoe groot dit complex moet geweest zijn.
In de loop van de 17de eeuw fusioneerde de instelling met het gesticht voor krankzinnigen in dezelfde straat, Sint-Hubrecht-ten-dullen, en in de 19de eeuw werd het hele complex vernieuwd.
Het Sint-Juliaanshospitaal verdween rond 1930 om plaats te maken voor het VTI. Vorig jaar verdwenen de schoolgebouwen op hun beurt voor de bouw van het nieuwe woonproject.
Het archeologisch onderzoek
Tijdens de archeologische opgraving zijn voorlopig sporen en structuren gevonden van alle periodes van Sint-Juliaans, waaronder de funderingen van de vroeg-14de-eeuwse kapel. Binnen deze kapelcontouren zijn intussen drie grafkelders gevonden, waaronder één dubbele grafkelder en één beschilderde grafkelder. De beschilderingen zijn vrij goed bewaard, maar de gebruikte iconografie of schildermotieven zijn sober. Het gaat om vluchtig geschilderde, okerkleurige tot rode kruisen in allerlei variaties.
Het onderzoek toont aan dat mensen niet enkel binnen de kapel begraven werden, maar ook erbuiten. Momenteel werden skeletresten van een vijftigtal individuen opgegraven. Op basis van de eerste vaststellingen gaat het enkel om volwassen individuen die soms met een opvallende, afwijkende oriëntatie zijn begraven. Verder onderzoek biedt hier dus heel wat potentieel.
Naast de 14de-eeuwse resten zijn ook muurresten van verbouwingen uit de 15de eeuw, een beerkuil met veel lederresten, materiaalrijke afvalkuilen uit de 16de eeuw en diverse muren van de 19de-eeuwse vleugels blootgelegd.
Bijzonder boeiend is de grote hoeveelheid kuilen (voorraadkuilen, afvalkuilen, haardkuilen, paalkuilen) die een stuk ouder zijn dan het gesticht. Het is opmerkelijk om duidelijke sporen van menselijke bewoning te vinden uit de periode 1000-1100 na Christus, op een locatie die vrij ver van het toenmalige bewoningscentrum gelegen is.
Foto: Persdienst Stad Brugge